Je moet het maar doen: als president van een Europese grootmacht zelf de telefoon nemen om je beklag te doen bij de media. Macron kreeg nog zijn goesting ook, en dat is verdomd gevaarlijk.
De Franse en Engelstalige media kunnen steeds moeilijker door dezelfde deur, en daar zit Macron voor iets tussen. Vraag het maar aan journalist Ben Smith van The New York Times, die de misnoegde president plots aan de lijn kreeg. En dat was niet om een theekransje op poten te zetten.
Het terrorisme van de afgelopen jaren is de boosdoener van dienst: na Charlie Hebdo en recent nog de moord op leraar Samuel Paty pleit Macron steeds meer voor een universeel model waar elke burger gelijk is. Weg met de multiculturele samenleving, leve het universele Frankrijk! Macron voelt zich in de steek gelaten door de Angelsaksische media, die hem onterecht van islamofobie zouden beschuldigen door onder meer controversiële opiniestukken te promoten.
Toch snijdt het mes aan twee kanten. De kloof tussen een ideale samenleving en de realiteit is helaas erg groot. Ook op Twitter reageren journalisten en mediafiguren vol wantrouwen. Onder hen ook Parijs Correspondent Lauren Collins (The New Yorker): “Als Macron zegt dat Frankrijk geen kleur ziet, dan zegt de Amerikaanse journalist: hoe kan dat waar zijn als wij weten dat een zwart of Arabisch persoon in Frankrijk twintig keer meer kans heeft om door de politie gecontroleerd te worden?”
Moeten we nu vrezen dat Macron de hoofdredacteur belt als het artikel hem niet aanstaat? In Brussel zorgt dit alvast voor een hoop verontwaardiging. Vrije meningsuiting en persvrijheid zijn kernwaarden van de Europese Unie en dat zal zo blijven. Dat Macron als pro-Europese leider dwars ingaat tegen deze regelgeving, is dan ook op z’n minst gezegd zorgwekkend.