In volle coronacrisis werd de Tesla Model Y op de wereld losgelaten: een compacte crossover/SUV op basis van de Model 3.
Ideaal dus voor mensen die een beetje hoger willen zitten in hun elektrische auto, maar die de Model X een beetje te groot – of te duur – vinden.
De instapper van de Model Y, eentje met 370 kilometer aan actieradius en enkel achterwielaandrijving, zal in de Verenigde Staten 39.000 dollar gaan kosten. Da’s omgerekend 36.000 euro, maar in Trump-land zijn auto’s nu eenmaal een pak goedkoper dan hier.
Bij ons kan je momenteel twee varianten bestellen: De Long Range (vanaf 63.000 euro) en de Performance (vanaf 70.000 euro). De leveringen zullen dan waarschijnlijk niet meer voor dit jaar zijn.
Volgens Amerikanen die al een Model Y wisten te bemachtigen, zouden er nogal wat designmissers in zitten. Zo zouden enkele dingen in het interieur wat onpraktisch zijn. Meest onopvallende daar: de Model Y heeft ook achterin verwarmde stoelen. Alleen: de achterste passagiers kunnen die niet bedienen, want dat gebeurt via het grote scherm op het dashboard.
Maar er is nog iets wat opvalt. Kijk naar de kofferklep. Die loopt helemaal door tot in de bumper. Bij geen enkele andere auto loopt de kofferklep door tot in de bumper, en daar is een goeie reden voor.
Zo’n bumper heeft namelijk als doel: de klap opvangen bij een kleine aanrijding, en de rest van de carrosserie tegen schade beschermen. Maar de kleinste aanrijding die je met een Tesla Y achteraan zult hebben, zal er allicht voor zorgen dat meteen de achterklep mee vervangen moet worden. Zo zal een ‘kleine aanrijding’ dus al direct voor een fikse rekening kunnen zorgen: Tesla-onderdelen zijn namelijk niet goedkoop.