Voormalig Russisch minister Kozyrev heeft een eenvoudige verklaring voor de zwakke prestaties van het Russische leger: het geld voor de modernisering van dat leger werd gestolen om superjachten en dure villa's te kopen.
Andrej Vladimirovitsj Kozyrev werd in Brussel geboren op 27 maart 1951. Hij was Russisch minister van Buitenlandse Zaken in de regering van Boris Jeltsin. Hij bekleedde dit ambt van oktober 1990 tot januari 1996.
In 1993 vertegenwoordigde hij Rusland bij de ondertekening van de "Declaratie van Principes over de Reglementen van Interim Zelfbestuur" of "Eerste Oslo-akkoord". Zijn politieke koers werd door een grote meerderheid van het parlement evenwel te veel als toenadering tot de NAVO bevonden, wat leidde tot zijn vervanging door Jevgeni Primakov in 1996.
Ook Kozyrev ziet het Russische leger sukkelen in Oekraïne. Hij ziet een mogelijke verklaring. "Het Kremlin heeft de afgelopen 20 jaar geprobeerd zijn leger te moderniseren. Een groot deel van dat budget werd gestolen en uitgegeven aan megajachten op Cyprus. Maar als militair adviseur kun je dat niet melden aan de president. Dus rapporteerden ze in plaats daarvan leugens aan hem: een Potemkin-leger." Kozyrev is vandaag tegen Rusland en voor de NAVO. Zo pleit hij voor een versterking van de NAVO aan de oostflank.
Potemkin verwijst naar Grigori Potjomkin of Potemkin. In 1787 kwam Catharina de Grote een bezoek brengen aan de zuidelijke gebieden waar Potjomkin de baas was. In goud en paars geschilderde galeien zakte hij met haar de Dnjepr af en toonde haar prachtige versierde dorpen. Na haar terugkeer beweerde de Duitse diplomaat Georg von Helbig, die niet was mee geweest op de reis, dat Potjomkin aan de tsarina "Potemkin-dorpen" had laten zien: nepplaatsen die alleen bestonden uit houten façades.
Het zou een verklaring kunnen zijn voor de zwakke prestaties van het Russische leger. Al moet ook gesteld worden dat het Russische leger twee gezichten heeft. In Syrië heeft het getoond dat het een technologische oorlog kan voeren met gevechtshelikopters die laag bij de grond vliegen. Tegelijk werden ook ouderwetse niet-precisie bombardementen uitgevoerd. Duidelijker was het in Georgië toen het Russische leger een zwakke indruk maakte.
Analisten kijken niet enkel naar Syrië, maar ook naar Georgië en de Krim. In de oorlog met Georgië van 2008 was Rusland een vrij armoedig leger met aftands materieel uit de Koude Oorlog. Trouw: “Officieren van tankbataljons overlegden via mobiele telefoons over het Georgische telefoonnetwerk, omdat de communicatieapparatuur in hun eigen voertuigen niet werkte.”
Een westerse analist merkte destijds op dat de samenwerking tussen de Russische luchtmacht, marine en landmacht uit niet meer bestond dan dat de drie krijgsmachtonderdelen op dezelfde dag aan hun eigen oorlogen tegen Georgië begonnen. “Dat Rusland de oorlog toch won, kwam vooral omdat het simpelweg veel meer militairen en zware wapens had dan het kleine en arme Georgië, dat ook geen bondgenoten had”, besluit Trouw.
Rusland leerde hieruit en begon in rap tempo te moderniseren. Waar dat nieuwe leger toe in staat was, bleek tijdens de oorlog met Oekraïne die in 2014 losbarste. Trouw: “Dit keer schrokken westerse militairen van wat ze zagen. Neem bijvoorbeeld de Russische artillerieaanval op een Oekraïens bataljon bij het plaatsje Zelenopillja in juli 2014. Meer dan honderd Oekraïners stierven of raakten gewond en de meeste voertuigen waren beschadigd.”
De Russische militairen in Oekraïne waren dan ook onvergelijkbaar met hun voorgangers die zes jaar eerder in Georgië vochten. “Met drones spoorden ze hun Oekraïense tegenstanders op, waarna er snel een bombardement volgde. Ook konden de Russische militairen vijandelijke radiocommunicatie platleggen, waarna de Oekraïense militairen in verwarring achterbleven”, besluit de krant.
Dat hebben we vandaag (nog) niet gezien. En dat vinden militaire analisten terecht vreemd. Er is wel een zeer speculatieve hypothese en dat is dat het net de bedoeling is van de hoogste legertop en dan meer bepaald Sjojgoe, om te falen in Oekraïne om op die manier Poetin opzij te schuiven. Die hypothese hebben we hier al eens naar voor geschoven.
Hun voorzichtigheid verklaart deels waarom ze nog steeds geen luchtoverwicht hebben over heel Oekraïne, bijvoorbeeld, zeiden Amerikaanse functionarissen. Geconfronteerd met slecht weer (no fly weather) in Noord-Oekraïne, hielden Russische officieren sommige Russische aanvalsvliegtuigen en helikopters aan de grond en dwongen anderen om op lagere hoogten te vliegen, waardoor ze kwetsbaarder werden voor Oekraïens grondvuur, zei een hoge functionaris van het Pentagon.
"De meeste Russische capaciteiten staan aan de zijlijn", zegt Michael Kofman, directeur Ruslandstudies bij CNA, een defensieonderzoeksinstituut, in een e-mail aan de The New York Times. "De inzet van de strijdkrachten is volledig irrationeel, de voorbereidingen voor een echte oorlog zijn bijna onbestaande en het moreel ongelooflijk laag omdat de troepen duidelijk niet te horen kregen dat ze in deze strijd zouden worden gestuurd." Dat laatste werd ook nog eens aangegeven door een klokkenluider van FSB die beweert dat nagenoeg iedereen misleid werd over een mogelijk inval.