Volgens Philip Wasielewski is een uitputtingsoorlog tussen Rusland en Oekraïne een van de mogelijke scenario’s.
Wasielewski is Templeton Fellow bij het Foreign Policy Research Institute (FPRI). He is een voormalige Paramilitary Case Officer die 31 jaar werkte op het Directorate of Operations van de CIA.
Wasielewski in een analyse: “Een lange uitputtingsoorlog, vergelijkbaar met die tussen Egypte en Israël van 1967-1970, die beide landen achterliet met geruïneerde economieën, legers en samenlevingen, is mogelijk. Een vredesakkoord na zo'n oorlog zou hoogstwaarschijnlijk worden bereikt als gevolg van wederzijdse uitputting en onwaarschijnlijk iets oplossen, behalve misschien een rustperiode bieden voor de volgende oorlog.”
Die Uitputtingsoorlog was een fase in het Arabisch-Israëlisch conflict. Hij bestond voornamelijk uit een reeks artillerieduels, luchtbombardementen en commando-overvallen tussen juni 1967 en augustus 1970.
Andere mogelijkheden: Rusland kan op kortere termijn winnen of Oekraïne. Of er komt sneller een onderhandelde oplossing.
Welk scenario is het meest waarschijnlijk? Wasielewski: “Rusland staat voor een groot aantal ontmoedigende tactische, logistieke, mankracht- en morele uitdagingen bij het voortzetten van de oorlog, maar het is niet onmogelijk voor het land om delen van Oekraïne te annexeren als zijn leger en nationale eenheid intact blijven.”
“Onder de beste omstandigheden zal Rusland echter een bevolking vinden in bezet gebied die ziedend is van wrok is en jaren van verzet levert, het Westen dat verenigd is tegen Rusland en een economische toekomst voor Rusland die niet echt een toekomst is."
“De enige hoop van Rusland op ‘overwinning’ is dat Oekraïne uitgeput raakt voordat het zelf instort, maar zelfs dit soort overwinningen zou de term "Pyrrus" herdefiniëren. Het is waarschijnlijker dat Rusland zijn invasie uiteindelijk afgeslagen zal zien of compromissen zal moeten sluiten aan de onderhandelingstafel. Beide gebeurtenissen zullen seismische golven veroorzaken binnen de Russische samenleving en de politiek. Zoveel is nu al duidelijk.”