De procureur-generaal van Brussel (Johan Delmulle) heeft op vraag van de procureur des Konings van Waals-Brabant (Marc Rézette, op foto) via de Minister van Justitie Van Quickenborne een verzoek verstuurd tot opheffing van de immuniteit van een niet nader genoemde diplomaat van een Permanente Vertegenwoordiging (van een niet genoemd land) bij de Europese Unie wegens drie ernstige snelheidsmisdrijven.
Voor deze feiten werden door het Openbaar Ministerie aan de betrokken diplomaat al voorstellen tot minnelijke schikking gedaan waarop door de diplomaat niet ingegaan werd. De opheffing van de immuniteit moet het Openbaar Ministerie de mogelijkheid bieden de diplomaat te dagvaarden voor de politierechtbank.
Diplomatieke onschendbaarheid of diplomatieke immuniteit is een bij internationaal recht geregelde bescherming tegen rechtsvervolging voor diplomaten, buitenlandse staatshoofden, regeringsleiders, ministers van Buitenlandse Zaken - tijdens de periode waarin zij die functie uitoefenen - en bij uitbreiding bepaalde ambtenaren van internationale organisaties. Deze bescherming heeft alles te maken met de bijzondere aard van hun functie. De belangrijkste bedoeling is om functionarissen ervan te verzekeren dat zij taken zonder belemmeringen kunnen uitvoeren.
Het gedrag van een diplomaat reflecteert op het land van afkomst. Hiervan bewust zal een diplomaat in de regel de wetten van het gastland respecteren. Misbruik van diplomatieke onschendbaarheid kan echter voorkomen.
Verkeersboetes en belastingen worden niet altijd betaald. Hoewel sommige ambassades erop staan dat alles netjes betaald wordt zijn anderen daar minder kritisch op. In Den Haag wordt ongeveer de helft van de parkeerboetes van diplomaten niet betaald, terwijl in Londen sommige ambassades miljoenen aan onbetaalde Congestion Charge heffingen hebben openstaan.
