Het waarom moeten we niet ver zoeken.
8 mei voelt nu al een beetje als de eerste schooldag. Volgens de weervoorspellingen – voor zover die wat waard zijn zo ver op voorhand – is het de 8ste mei licht bewolkt en 19 graden. Kan niet stuk. ‘t Zal aanschuiven zijn.
Er wordt nu al druk gespeculeerd over een mogelijke prijsverhoging. Een BTW-verlaging is er alvast. Van 25 procent naar 6 procent. Een cafébaas die vervolgens 10 procent meer vraagt, verdient dan in principe 25 procent meer aan een pint. Vinden we dat erg? Of beter nemen we het de cafébaas kwalijk? Want in de discussies die er op dit moment woeden op verschillende mediaplatformen, lijkt het vaak alsof de cafébazen profiteren van de situatie. We kunnen rustig stellen dat door de coronafratsen geen enkel café er beter van geworden is.
Wie steekt die BTW-verkaging trouwens straks op zak vraagt professor fiscaliteit Stefan Ruysschaert zich af in ‘Het laatste Nieuws’. “De brouwerijen of andere toeleveranciers, de caféhouder of de consument? Ik gok op de grote spelers, de brouwerijen en toeleveranciers. Zij kunnen hogere prijzen vragen of minder korting toestaan”, aldus Ruysschaert. De horeca verdient geld van een grote omzet, niet van een grote winstmarge.
De vraag is hoeveel we willen betalen voor een product dat al 200 dagen uit de handel is, wetende dat het op een terras sowieso al duurder is? 2 euro voor een cola? 3,5 euro voor een cola? Voor zaken met een klein terras kan de zaak niet eens rendabel zijn, maar ze doen mee omdat de anderen het ook doen. Van een algemene prijsafspraak is er alvast geen sprake, de cafébazen zullen zelf beslissen of ze de prijzen verhogen of niet.
8 mei is niet alleen de eerste dag van het rijk der vrijheid, maar ook het begin van het het grote terugbetalen. Want ook Sinterklaas moet zijn cadeautjes ooit betalen. Het waarom van de prijsstijging is dan ook niet ver te zoeken: de Wetstraat in Brussel.