Beklaagde Ayari: “Wij lijden hier. We hebben helemaal niets gedaan.”
Op het Brusselse terreurproces moest voorzitter Laurence Massart de zitting even schorsen omdat de beklaagden stonden te roepen en te tieren dat ze beledigd waren. Walter Benjamin - een slachtoffer dat bij de aanslag op Brussels Airport een been verloor – had op de zere teentjes van de vermeende terroristen getrapt.
Benjamin haalde een koran boven en vroeg aan de beklaagden of er in de koran staat dat mensen zich moeten opblazen en vermoorden. “Neen! Door hun daden hebben deze mensen het meest heilige van de islam vernederd”, aldus Benjamin, die ondertussen met het heilige boek naar de beklaagdenbank zwaaide. De voorzitter vroeg Benjamin om niet te provoceren. “Ik provoceer niemand. Jullie zijn moordenaars”, riep Benjamin.
Daar waren de ideale schoonzonen in de beklaagdenbank niet van gediend. Salah Abdeslam en Sofien Ayari vonden plots hun stem en riepen verwijten naar de getuige. “Ik weiger me te laten vertellen dat ik de koran heb beledigd”, riep Ayari. “Wij lijden hier. We hebben helemaal niets gedaan”, brulde Abdeslam. Waarna voorzitter Massart de zitting even moest schorsen.
Zouden ze de verkeerden hebben opgepakt?