Russische militaire wetenschappers onderzochten het gebruik van apenpokken als een biowapen volgens Ken Alibek.
Alibek, die tot de ineenstorting van de Sovjet-Unie eind 1991 plaatsvervangend hoofd was van het biologische wapenprogramma van de Sovjet-Unie en tot een jaar later verantwoordelijk bleef voor het programma in de Russische Federatie, beweert dat hij toezicht hield op 32.000 werknemers in liefst 40 biowapen-faciliteiten (BW).
Kanatzhan "Kanat" Alibekov of Kenneth "Ken" Alibek (1950), is een Kazachs-Amerikaanse microbioloog en expert op het gebied van biologische oorlogsvoering. Hij steeg snel in rang van het Sovjetleger om de eerste adjunct-directeur van Biopreparat te worden, met de rang van kolonel en hield toezicht hield op een uitgebreid programma van BW-faciliteiten.
Nadat hij naar de VS was verhuisd, onthulde hij hoe de Sovjets een verscheidenheid aan infectieziekten hadden onderzocht voor gebruik in oorlogsvoering, met de nadruk op pokken totdat de uitroeiing ervan door wereldwijde vaccinprogramma's hen dwong het idee te laten vallen.
In een interview uit 1998 met medewerkers van het Amerikaanse Chemical and Biological Weapons Nonproliferation Project (CBWNP) legde hij uit dat een lek in Rusland met pokken dan 'moeilijk uit te leggen zou zijn aan de internationale gemeenschap'.
Hij zei: 'Dus ontwikkelden we een speciaal programma om te bepalen welk "model" virussen kunnen worden gebruikt in plaats van menselijke pokken. We hebben het vacciniavirus, het muizenpokkenvirus, het konijnenpokkenvirus en het apenpokkenvirus getest als modellen voor pokken.’
Alibek: 'Het idee was dat al het onderzoeks- en ontwikkelingswerk met deze modelvirussen zou worden uitgevoerd. Zodra we een reeks positieve resultaten hadden verkregen, zou het slechts twee weken duren om dezelfde manipulaties met het pokkenvirus uit te voeren en het oorlogsmiddel op te slaan.'
'We zouden in ons arsenaal een genetisch veranderd pokkenvirus hebben dat het vorige zou kunnen vervangen.'
Het Russische ministerie van Defensie besloot om na het einde van de USSR met apenpokken te blijven werken om 'toekomstige biologische wapens te creëren', voegde Dr. Alibek eraan toe.
In hetzelfde jaar werd hij voor een hoorzitting van het Amerikaanse Congres gebracht, waar hij zei dat hij 'ervan overtuigd was dat het biologische wapenprogramma van Rusland niet volledig is ontmanteld'.
Zijn beweringen werden enkele jaren later ondersteund door een voormalige wapeninspecteur van de Verenigde Naties.
Jonathan Tucker, die de speciale commissie van de VN verliet om bij de denktank Monterey Institute in Washington te gaan werken, vertelde United Press International dat er nog steeds een kans was dat apenpokken als een biowapen kon worden ontworpen. Hij zei dat bescherming tegen het pokkenvaccin voldoende zou zijn om infecties af te weren, maar veel landen hebben slechts matige voorraden van het vaccin aangehouden sinds de ziekte werd uitgeroeid.
Vandaag wordt de uitbraak van apenpokken door sommigen zonder bewijs gelinkt aan (een biolab in) Oekraïne of Rusland of zelfs het beruchte lab van Wuhan waar gain of function (GOF) zou uitgevoerd zijn op MPXV. Er is (voorlopig) geen enkel argument om aan te nemen dat het apenpokkenvirus uit een lab zou komen.
