De verdediging haalt scherp uit naar het parket.
In 1996 bedacht Walther Smets vanuit Leuven een alternatief betalingssysteem RES. Een RES is gelijk een munt - evenveel waard als een euro - en is door de FOD Financiën en de FOD Economie wettelijk aanvaard. De munt was specifiek ontworpen voor lokale handelaars, ondernemers, zelfstandigen, kmo’s en vrije beroepen. Een succesverhaal van oprichter Walther Smets (67) die het systeem in 2011 uitbreidde naar particulieren. In totaal zouden er zo’n 5.000 handelaars en 18.000 consumenten die het systeem gebruiken.
Tot daar het succesverhaal, want er hangen donker wolken boven het hoofd van oprichter Smets. Het parket verdenkt hem van oplichting, schriftvervalsing en het gebruik van valse stukken.
Het Openbaar Ministerie beweert dat hij zich persoonlijk heeft verrijkt met het systeem. Tussen 2005 en 2010 trad Smets zelf toe tot het systeem en ging de verliezen - die kwamen door handelaars die er mee kapten of failliet gingen - verhalen op de coöperanten. En dat is strafbaar. Met ‘solidariteitsbijdragen’ vulde Smets putten die hij zelf had gemaakt. Bovendien werden er rekeningen buiten de boekhouding gehouden. Smets ging internationale kredieten aan in Polen, Tsjechië en Slovakije voor 150.000 RES. Hij kreeg een persoonlijke lening toegekend voor 100.000 RES, terwijl hij zelf 500.000 euro schulden had, aldus het Openbaar Ministerie. Die eist nu zes maanden cel en een beroepsverbod van vijf jaar.
De verdediging van Smets noemt het een ‘scheet in een fles’. Zij beweren dat de zaak is verjaard en de redelijke termijnen zijn overschreden. “Er zijn zeer zware denkfouten gemaakt door het Openbaar Ministerie, de deskundige en de burgerlijke partij. Die laatste doet dat bewust. Dat is niet om schade te verhalen, maar om schade te creëren”, aldus de verdediging.
Zij vragen de vrijspraak. Vonnis op 25 februari.
