We zijn niet rijker geworden, maar minder arm.
In ver verleden belandden de Belgen – met dank aan Jules Caesar – in de geschiedenisboekjes als “de dappersten onder de Galliërs”. Vandaag halen we – met dank aan het Global Wealth Report – de krantenkoppen als het rijkste volk van de wereld. Ten minste, dankzij de rangschikking volgens het mediaanvermogen. De vermogens worden daarbij opgesplitst in twee gelijke groepen. De helft van alle volwassenen in België bezit méér dan 228.594 euro en de andere helft minder.
Niemand doet beter. Australië strandt op de tweede plaats met 226.942 euro, Hongkong behaalt 185.635 euro, Nieuw-Zeeland 177.060 euro en Denemarken landt op de vijfde plaats met 170.621 euro. De Nederlanders halen niet eens de top tien en staan elfde, net voor onze zuiderburen, de Fransen.
Zijn we dan zo rijk? Of zijn de anderen gewoon een beetje armer. Feit is dat er in België 536.000 miljonairs wonen en dat helpt. Bovendien wordt een Belg spreekwoordelijk met een baksteen in de maag geboren. Een huis wordt ook meegerekend in de optelling. Er is nog een maar: onze staatsschuld. België heeft rijke burgers, maar een arme staat.
Alles is relatief. Wanneer er niet volgens het mediaanvermogen wordt gerangschikt, maar volgens het gemiddeld vermogen – daarbij wordt de totale rijkdom in een land gedeeld door het aantal volwassen inwoners – dan worden we pas elfde. In die ranglijst prijken Zwitserland en de Verenigde Staten bovenaan.