“Dat Wallonië het economisch slecht doet, ligt aan de Vlamingen."
Wallonië's economische uitdagingen worden volgens afzwaaiend minister-president Elio Di Rupo niet veroorzaakt door een gebrek aan hervormingen, maar zijn een erfenis uit het verleden. Dat wilde Di Rupo kwijt in een interview met ‘L'Echo’. Hij benadrukt dat de economische neergang van Wallonië te wijten is aan historische gebeurtenissen, zoals de sluiting van de steenkool- en ijzerindustrie in de vorige eeuw.
De steenkool en de Generale Maatschappij
Di Rupo legt uit dat tot de jaren 70 Wallonië floreerde dankzij inkomsten uit de steenkoolindustrie en de Generale Maatschappij, die destijds bijna alle bedrijven in het Samber- en Maasbekken bezat. Echter, zodra deze activiteiten afnamen, verplaatste de Generale Maatschappij haar kapitaal naar Vlaanderen, wat resulteerde in economische neergang in Wallonië.
Weg industrie en niets in de plaats
De minister-president wijst erop dat Wallonië nu nog steeds worstelt met de gevolgen van deze de-industrialisering, wat resulteert in lagere groeicijfers en een lagere werkzaamheidsgraad in vergelijking met Vlaanderen. Hij benadrukt dat Vlaanderen heeft geprofiteerd van de welvaart die in Wallonië werd gegenereerd.
Di Rupo verdedigt de inspanningen van zijn regering om de economische situatie te verbeteren en wijst op de structurele uitdagingen waarmee Wallonië wordt geconfronteerd, zoals een gebrek aan hoogopgeleide arbeidskrachten. Hij benadrukt dat het verhogen van de lonen en het stimuleren van opleidingen cruciaal zijn om de werkloosheid aan te pakken.
Niet elke waarheid is dé waarheid
Terwijl Di Rupo externe factoren benadrukt als oorzaak van de economische problemen van Wallonië, reageren sommige economen kritisch. Ze beweren dat Wallonië zijn eigen lot in handen moet nemen in plaats van terug te vallen op historische verklaringen. Deze discussie weerspiegelt de complexe uitdagingen waarmee Wallonië wordt geconfronteerd bij het streven naar economische groei en welvaart.