Het dak ontbreekt, maar er is meer.
De Nissan GT-R is een heel straffe auto. Hij moet qua prestaties niet onderdoen voor de supercars van deze wereld. Een sprintje naar de honderd neemt nauwelijks 2,7 tellen in beslag, de topsnelheid ligt een stuk boven de 300 km/u. Toch kost hij een stuk minder dan die exoten. Het is haast raar dat je niet meer GT-R’s ziet rijden.
Desondanks zo’n GT-R een koopje is in vergelijking met pakweg een Lamborghini, is-ie natuurlijk nog steeds niet voor ieders portemonnee. Voor de prijs van één GT-R koop je vijf Dacia Dusters, we noemen maar wat.
Wie in Japan echt goedkoop wil rijden, die koopt een zogenaamde kei-car. Een auto die maximum 3,4 meter lang is, 1m48 breed en een cilinderinhoud heeft van maximum 660cc. Zo’n kei-car levert in Japan een serieus belastingvoordeel op. Ongeveer vier op de tien verkochte wagens in Japan zijn kei-cars.
De Daihatsu Copen is daar één van. Of toch in Japan: voor export kreeg die een 1,3-liter motor. Maar wie in Japan een sportieve kei-car wil, die moet dus zoeken naar een Daihatsu Copen – onder hebben we nog enkele foto’s toegevoegd van een origineel exemplaar.
Wat als we die twee nu eens combineren, zo moeten ze bij Liberty Walk gedacht hebben. Ze maakten een bodykit voor de Daihatsu Copen, waardoor die op een Nissan GT-R lijkt. Nu vinden we zo’n bodykits meestal om op te schieten – deze ‘AC Cobra’ is daar een mooi voorbeeld van – maar dit exemplaar heeft wel iets. Tuurlijk zie je in één oogopslag dat het geen Nissan GT-R betreft: het dak ontbreekt en de verhoudingen kloppen langs geen kanten. Maar het geheel heeft iets stoers, dappers en schattigs tegelijkertijd. Als je aan een cartoonist zou vragen: ‘Teken mij eens een baby-GT-R’, dan zou het dit worden, toch?