VOC-202012/01 (Engelse afkorting van First Variant of Concern in December 2020), hiervoor bekend als VUI – 202012/01 (Engelse afkorting van First Variant Under Investigation in December 2020), ook wel bekend als lineage B.1.1.7, is een variant van SARS-CoV-2, het virus dat COVID-19 veroorzaakt.
De variant werd voor het eerst gesignaleerd in oktober 2020 in het Verenigd Koninkrijk bij het onderzoeken van een monster daterend van een maand eerder. De variant bleek zich medio december veelvuldig te hebben verspreid in Zuid- en Oost-Engeland. De variant werd in verband gebracht met een toename van het aantal infecties van COVID-19 in Engeland. Het is mogelijk dat de toename in ieder geval deels toe te schrijven is aan mutatie N501Y binnen het receptor-bindingsddomein van het spike-glycoproteïne, dat nodig is voor de binding aan ACE2 in menselijke cellen.
Volgens het ECDC werden eind december 3.000 bevestigde gevallen met die variant in het Verenigd Koninkrijk vastgesteld. Wetenschappers doen volop onderzoek naar deze variant. Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (Engels: European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC)) is een agentschap van de Europese Unie, opgericht in 2004 en gevestigd in Stockholm.
Vanaf december 2020 werd de variant volgens mediaberichten gesignaleerd in steeds meer landen buiten het VK, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk, Ierland en Japan. Eind december werd de variant ook aangetroffen in Spanje, Canada en Zweden.
Volgens het ECDC werd de variant na 26 december in de volgende landen aangetroffen: België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ijsland, Ierland, Italië, Nederland, Noorwegen, Portugal, Spanje, Zwitserland en Zweden. Buiten Europa in Australië, Canada, Hong Kong, India, Israël, Japan, Jordanië, Libanon, Zuid-Korea en Singapore.
Naast deze variant is er ook de variant die in Zuid-Afrika en vervolgens elders werd aangetroffen. Het ECDC raadt aan om niet-essentiële reizen naar gebieden met hoge concentraties van deze varianten te vermijden.