Robert 'Bob' Beijer heeft aan meerdere klassieke media (Mediahuis, RTBF) tegelijk (met goedkeuring van zijn raadsman) een interview toegestaan. De boodschap van de voormalige rijkswachter is nog steeds dezelfde: hij heeft niets met de Bende van Nijvel te maken.
Een andere boodschap is eveneens gelijkaardig aan deze van de laatste decennia: Beijer stelt dat hij niets weet over de Bende, maar hij kan naar eigen zeggen het lijvige dossier wel helpen te ontvetten door te stellen welke feiten zeker niet van de Bende zijn. Het lijkt een semantische discussie, maar dat is het niet.
De semantiek of betekenisleer is een wetenschap die zich bezighoudt met de betekenis van symbolen, waarbij het in het bijzonder de bouwstenen van natuurlijke talen die voor de communicatie dienen ofwel woorden en zinnen betreft.
Terug naar de jaren tachtig dan. In 1984 wijkt de eveneens ex-rijkswachter Martial Lekeu uit naar de VS met de steun van minister (Louis) Olivier (PRL, nu MR). Nadat Lekeu hier begon te praten, werd hij bedreigd.
Lekeu diende in de brigade van Tenneville van 1979 tot 1983, nadien werd hij overgeplaatst naar de brigade van Vaux-sur-Sûre.
Lekeu wordt in Atlanta op 30-31 augustus en 1 september 1989 uitvoerig verhoord door de onderzoeksrechters Jean-Claude Lacroix en Freddy Troch, in het bijzijn van de onberispelijke substituut Willy Acke.
Lekeu: “Tussen 1978 en 1982 heb ik jongeren getraind. Tot september-oktober 1982 gaf ik die trainingen. Wij stonden in voor de trainingen, Beijer voor het voeren van acties: op het terrein rekruteerde hij daarvoor manschappen. Nog vóór (Madani) Bouhouche had Beijer de mannen echter reeds aangepakt. Bij Bouhouche ging het zeer ver. Hij geloofde in de resultaten van de racistische strijd. (...) Bouhouche had het plan opgevat om nagemaakte nummerplaten op gestolen auto's aan te brengen.”
De eerste reeks processen-verbaal, opgesteld door de BOB van Waver, werd begin januari 1988 overgemaakt naar Dendermonde. Zij handelden onder meer over verklaringen van (de BOB’er van Bergen) Christian Amory betreffende zijn relaties met Bouhouche en diens vrouw, en met Beijer, in verband met wapenvondsten en garageboxen.
Alleen al deze verklaringen sterkten de leden van de Delta-groep in de opvatting dat “de vooruitgang van het gerechterlijk onderzoek ten laste van Madani Bouhouche bijgevolg van uitzonderlijk groot belang kan zijn voor het onderzoek inzake de feiten te Aalst.”
“Dit brengt met zich mee dat een optimale doorstroming van de informaties en een nauwgezet overleg tussen de respectieve parketten in de huidige fase van het onderzoek als een absolute noodzakelijkheid voorkomt”, staat in het verslag van de Tweede Bendecommissie.
Kolonel André Michaux maakte in maart 1989 een rapport voor de commandant van de rijkswacht waarin de aanslag op (het echtpaar) Vernaillen (26 oktober 1980) vermeld is. Hij tekende bij dit laatste onderzoek aan dat met name Amory, Bouhouche en Beijer hierin als verdachten werden beschouwd.
Kolonel Michaux was sinds begin 1986 de nationale coördinator van de rijkswachtstaf in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Michaux werd begin 1986 door toenmalig korpscommandant Robert Bernaert aangesteld tot nationaal coördinator.
Commandant Willy de Ridder verklaarde in 1997 dat de rijkswacht “drastischer en vlugger had moeten optreden tegen rijkswachters die bindingen hadden met extremistische organisaties”.
Bij de vondst in Ronquières zat ook een sleutel. De onderzoekers vroegen zich af of deze sleutel niet toebehoorde aan het bureau van Lekeu bij de rijkswacht van Vaux-Sur-Sûre. Een bron: “Telkens wanneer ik lees / mezelf verdiep in de vondst van Ronquières krijg ik het gevoel dat iemand ons op een spoor wil brengen. Waarom zou iemand een sleutel willen loodsen via een dumping in het kanaal? Of zit er inderdaad ergens een mol (buitenlandse dienst) in het spel die 'broodkruimeltjes' werpt om de onderzoekers op het juiste spoor te brengen?”
foto: tueriesdubrabant.1fr1.net - Facebook
