Volgens het Rekenhof nemen de ontvangsten uit de personenbelasting, en meer bepaald deze uit de bedrijfsvoorheffing, in 2023 door de opeenvolgende loonindexeringen sterk toe (+9,8% of ruim 4,8 miljard euro).
De ontvangsten in 2023 houden rekening met een verschuiving van 618 miljoen euro bedrijfsvoorheffing naar de kohieren van het aanslagjaar 2024 als gevolg van de uitvoering van de tweede fase in de hervorming van de bedrijfsvoorheffing.
Vooral de evolutie van deze ontvangsten uit de personenbelasting is interessant: van 43 miljard in 2021 over 49,4 miljard euro dit jaar naar liefst 54,2 miljard euro volgend jaar. (onderaan links: PB)
Door de indexering verdient een werknemer meer, maar betaalt hij ook meer belastingen. Interessant is dat het Rekenhof die toename dus op bijna 10 procent becijfert.
In dat rapport liet het Rekenhof haar licht schijnen over de recentste aanpassingen die tijdens het begrotingsconclaaf in oktober door de regering-De Croo werden beslist. DPG: “De begrotingswaakhond preciseerde dat het jaarlijks begrotingstekort in 2023 intussen uitkomt op -5,9% van het bruto binnenlands product. En opmerkelijk: het Hof voegde eraan toe 'dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën risicovol is en een ernstige uitdaging vormt'.”
“In haar commentaar wijst het Rekenhof erop dat een aantal ontvangsten uit de accijnzen op energie (stroom, gas, diesel en benzine) lager uitvallen dan voorzien. Een reden tot voorzichtigheid, zo ook volgend kalenderjaar. Het Rekenhof verwijst ook naar interne berekeningen van de FOD Financiën: zij becijferden dat in ‘normale tijden’ een permanente BTW-verlaging voor energie op 6% één miljard euro kost, terwijl de compenserende accijnshervorming dan 750 à 950 miljoen opbrengt. Een operatie die net niet ‘budgetneutraal’ is dus. Midden november ontstond daarover nog hevige discussie binnen de regering, waarna Eva De Bleeker als staatsssecretaris voor Begroting haar ontslag indiende.”