Een vrouw die video's en memes op sociale media plaatste, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden met uitstel voor een periode van drie jaar en een geldboete van 320 euro. Het is de eerste keer in België dat haatzaaiende memes veroordeeld worden. Deze beslissing is volgens Unia dan ook 'een belangrijk precedent in de strijd tegen onlinehaat'.
Tussen maart 2019 en januari 2020 publiceerde een vrouw die volgens Unia bekend was bij het OCAD (Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse) herhaaldelijk haatdragende memes op het internet. Een meme is een bewerkte afbeelding of video met een onderschrift die op sociale media wordt gebruikt voor humoristische doeleinden. Meestal is het komisch of ironisch, vaak is het impliciet.
De vrouw deelde onder andere een video van de bloedige aanval op de moskee van Christchurch in Nieuw-Zeeland; een video van gekleurde mensen die door een jeep worden aangereden, waarbij zij ‘bulderlachende’-emoticons plaatste; een meme met “Ook ik steun de warmste week” bij de afbeelding van de brand in een asielcentrum in Bilzen; memes van een lachende Adolf Hitler met het bijschrift "Look at Europe now. Miss me yet?" en een video van Hitlers’ toespraken waarin hij oproept om tegen de Joden te vechten. Haar internetprofielen toonden ook verschillende neonazi-symbolen.
Unia stelde zich burgerlijke partij in deze zaak omdat de posts volgens Unia aanzetten tot haat en geweld en negationistisch waren. De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, afdeling Turnhout, erkende de feiten en veroordeelde deze vrouw tot een gevangenisstraf van zes maanden met uitstel voor een periode van drie jaar en een geldboete van 320 euro. Unia is tevreden over deze eerste veroordeling van racistische memes en video’s.
“Binnen het extreem-rechtse milieu zien we een verschuiving van offline naar online-activisme dat evenveel een bedreiging vormt voor de openbare orde en de sociale cohesie. Onderzoek toont ook aan dat gewelddadige handelingen in de hand worden gewerkt door virtueel activisme op sociale media, waar internetgebruikers na verloop van tijd gevoeliger blijken te worden voor racistische gedragingen. De wildgroei van racistische opmerkingen en haatspraak draagt dus bij tot een grotere vijandigheid tegenover groepen met een migratieachtergrond en tot een verregaande dehumanisering. Deze veroordeling is dan ook een sterk signaal en een uiterst belangrijk precedent dat een leemte in de jurisprudentie opvult”, besluit Unia-directeur Els Keytsman.