Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Voor jou getest (en goedgekeurd): BMW 330i

Stefan Lambrechts - 31-05-2019

De nieuwe Drie is opnieuw een ‘echte sportsedan’.

In 1975 rolde de allereerste BMW 3-serie van de band. Het was een auto die comfortabel moest zijn en ruim genoeg voor vier inzittenden, maar tegelijk had hij een erg sportief kantje. Bij de vijfde generatie was dat sportief kantje al een beetje zoek, en de vorige generatie (F30) kon eigenlijk evengoed een Mercedes zijn: de auto zat gewoon té ver in de comfortabele hoek om een Dreier te zijn.

Misschien heeft de komst van auto’s als de Alfa Romeo Giulia er wat mee te maken, maar de nieuwe drie is opnieuw een sportsedan zoals het hoort.

Al zullen puristen het daar niet (helemaal) mee eens zijn. Vroeger betekende de ‘330i’-badge: een melodieuze zes-in-lijn. Tegenwoordig woont er in de neus van de 330i hetzelfde blok als in de 320i, maar dan met wat aanpassingen. Concreet betekent dit: een 2-liter grote vierpitter. Wie nu per se een zespitter in zijn Drie wil, moet wachten – en wat meer centen opzij zetten – voor (minstens) de M340i.

Qua prestaties hoef je jezelf niet te schamen met de 330i. De 2-liter TwinTurbo produceert 258 pk en 400 Nm koppel. Daarmee bedraagt de topsnelheid een begrensde 250 km/u, de sprint van 0 naar 100 km/u neemt 5,8 tellen in beslag.

De achttraps-automaat van ZF draagt bij aan een bescheiden verbruik. In theorie drinkt de 330i gemiddeld 6,1 liter op 100 km. Om het er ineens bij te vermelden: ons testverbruik over een ganse week lag op 8,3 liter per 100 km. Maar eerlijkheidshalve moeten we er wel bij vermelden dat we het ‘sportief kantje’ van de nieuwe 3 geregeld hebben aangesproken. En geef toe: 8,3 liter met een wagen die zulke prestaties neerzet is nog steeds schappelijk.

Hoewel de drie-reeks alweer gegroeid is – wat vooral de achterste inzittenden ten goede komt – voelt hij bijzonder lichtvoetig aan. Dankzij het standaard sperdifferentieel kan je er knalhard mee door de bocht. Je kan de auto als het ware de bocht doorsturen met het gaspedaal. De besturing is messcherp, zonder daarbij ook aan de nerveuze kant te zijn. Kortom: wie een dynamische sportsedan wil die toch ook nog een beetje comfortabel is, heeft aan de nieuwe 3 een goede koop.

De nieuwe generatie 3-reeks heeft – uiteraard – eveneens het nieuwe interieur. Dat wil zeggen: een volledig digitaal dashboard. Dat is niet bijzonder ‘flashy’, maar wel overzichtelijk en zakelijk zoals we van het merk gewend zijn. Alleen die digitale toerenteller, die tegen de klok in gaat, blijven we toch een beetje gek vinden.

De prijs? Mocht je op dit moment rechtstaan, ga dan even zitten. Ons testexemplaar kwam op net geen 71.000 euro. Da’s behoorlijk veel geld voor een 3-serie. Maar daar zaten nog wel voor 26.000 euro aan opties op. En hij was uitgevoerd in het prachtige Portimao Blau.

En aan de andere kant: dat het nog erger kan bewijzen ze bij bijvoorbeeld Maserati. De Ghibli kost in basisuitvoering 75.000 euro, terwijl een ‘kale’ 330i ‘slechts’ 45.000 euro moet kosten. Die Ghibli is nauwelijks sneller. Al heeft-ie natuurlijk wel een lekkerder klinkende V6…

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken