"Bestanddelen van het J&J-vaccin zouden verwisseld zijn met die van AstraZeneca, een ander coronavaccin."
Het zou kunnen dat Wouter Beke nog even zal moeten wachten op zijn standbeeld op de Brusselse Grote Markt. De kans dat elke Vlaming tegen 11 juli een eerste prik heeft gekregen, wordt alsmaar kleiner omdat er problemen zijn met het vaccin van Johnson & Johnson. België heeft daar 1,4 miljoen dosissen van gereserveerd. Vermits het J&J-vaccin maar één dosis vereist, zou dat een enorme versnelling betekenen in de vaccinatiecampagne.
Maar ruim 2 miljoen vaccins staan geparkeerd in Beerse. Er zou een kwaliteitsprobleem zijn met het spul. In een fabriek van Johnson & Johnson in de Verenigde Staten zou een fout geslopen zijn in de productie. "Bestanddelen van het J&J-vaccin zouden er verwisseld zijn met die van AstraZeneca, een ander coronavaccin", zegt Noël Wathion, de nummer twee van het Europees Geneesmiddelenbureau.
De levering is dus on hold gezet omdat ze aan het onderzoeken zijn wat de exacte oorzaak is van de contaminatie en of er extra maatregelen moeten genomen worden in het bedrijf.
Een onwaarschijnlijk verhaal dat het vertrouwen in het J&J-vaccin een ferme knauw zal geven. “Als we niet op die vaccins kunnen rekenen komen we slechts aan 85 procent vaccinatiegraad tegen 11 juli”, zegt minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V). Maar dat is slechts één kant van het probleem. Want, krijgt het J&J-vaccin straks nog wel het vertrouwen van de Vlaming?
