Besparen, besparen en besparen.
Ambtenaren, agenten, militairen en zelfs luchtverkeersleiders: iedereen krijgt een stukje van de hervormingskoek die formateur Bart De Wever de komende jaren wil serveren. De voorgestelde pensioenmaatregelen moeten miljarden besparen en de vergrijzingskosten in toom houden, maar de uitwerking ervan zorgt nu al voor politieke en sociale onrust. P-Magazine duikt in de kern van de plannen en de gevolgen ervan.
Pensioenkorting en gelijke spelregels: einde aan uitzonderingen
De meest controversiële ingrepen van De Wever zijn gericht op het afbouwen van zogenaamde “voordelige” pensioenstelsels. Ambtenaren, bijvoorbeeld, kunnen nu nog genieten van een pensioen gebaseerd op hun loon van de laatste tien jaar. Dat systeem verdwijnt geleidelijk; tegen 2050 wordt het gelijkgeschakeld met dat van werknemers, waarbij het gemiddelde loon over de hele carrière de basis vormt.
Een andere heilige koe die wordt geslacht, is de perequatie. Dit mechanisme koppelt ambtenarenpensioenen aan loonsverhogingen in de openbare sector, bovenop de index. De Wever wil hiermee stoppen. En dat is nog niet alles: de voordelige tantièmes die bepaalde ambtenarengroepen extra pensioenrechten opleveren, worden eveneens uitgefaseerd.
Zelfs bij iconische instellingen zoals de NMBS wordt ingegrepen. Het stelsel dat treinbestuurders en conducteurs toestaat om al op hun 55ste met pensioen te gaan, wordt afgeschaft. Voor militairen – die vanaf 56 jaar kunnen stoppen – geldt hetzelfde.
Minimumpensioen? Eerst 35 jaar werken
Ook wie droomt van een minimumpensioen, zal die droom harder moeten verdienen. De Wever stelt een minimum van 35 gewerkte jaren in, waarbij periodes van brugpensioen of langdurige werkloosheid niet langer meetellen. Daarnaast introduceert hij een zogenaamde pensioenmalus: wie vroeger stopt, krijgt per jaar een financiële sanctie op het uit te keren pensioen.
Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat werklozen en bruggepensioneerden geen onevenredig voordeel meer halen uit periodes van inactiviteit. “Wie niet actief bijdraagt, krijgt minder,” luidt de boodschap.
Een beetje suiker bij de bittere pil
De plannen zijn streng, maar niet zonder enige versoepelingen. Beroepen in de “actieve diensten” – zoals brandweerlui, politieagenten en luchtverkeersleiders – behouden voorlopig hun voordelige pensioenleeftijd. Hier telt elk gewerkt jaar nog steeds als 1,05, waardoor deze groepen ongeveer twee jaar eerder kunnen stoppen met werken.
Voor politieagenten blijft de zogenaamde Navap-regeling van kracht, die hen toelaat al op hun 59ste te stoppen. Hoewel de formateur aangeeft dat het systeem op termijn zal uitdoven, blijft het voorlopig overeind. Het geeft agenten de mogelijkheid om na maximaal twee jaar inactiviteit vervroegd met pensioen te gaan.
Politieke onderhandelingsmolen
De pensioenplannen van De Wever zijn verre van definitief. Hoewel de nota al op 19 november werd opgesteld, hebben de vijf “Arizona-partijen” (N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés) de hervormingen nog niet formeel besproken. Toch zijn ze cruciaal voor het budgettaire plaatje van de nieuwe federale regering, die miljarden wil besparen om het begrotingstekort te verkleinen.
“Het is duidelijk dat De Wever met zijn team al bijsturingen heeft gedaan na misnoegde reacties op gelekte plannen,” zegt een insider. Zo zijn de scherpe randen van eerdere nota’s lichtjes afgevlakt, maar blijven de grote lijnen overeind.
Tikkende klok
De formateur mikt op een inwerkingtreding van de nieuwe regels per 1 januari 2025. Voor wie vlak voor zijn pensioen staat, blijven de verworven rechten behouden. Maar de jaren die daarna nog worden gepresteerd, zullen onder het nieuwe – en minder voordelige – regime vallen.
De hamvraag: wie betaalt de prijs van deze hervormingen, en hoe hard zal het politiek rommelen binnen de Arizona-coalitie? De Wever zoekt de confrontatie niet alleen met de oppositie, maar ook met sociale partners die niet van plan zijn zonder slag of stoot akkoord te gaan.
Wordt vervolgd.