De wet van 27 november 2013 met betrekking tot de dotaties en de vergoedingen die worden toegekend aan leden van de koninklijke familie alsook de transparantie van de financiering van de monarchie bepaalt dat - om rekening te houden met de eventuele politieke implicaties die reizen van de leden van de koninklijke familie in het buitenland kunnen hebben - elk plan om in privéverband of openbaar verband te reizen buiten de Europese Economische Ruimte meegedeeld moet worden aan de minister van Buitenlandse Zaken. Deze moet ook toestemming geven.
Federaal parlementslid Barbara Pas (Vlaams Belang) wil daarom van minister Wilmès van elk lid van de koninklijke familie (bijvoorbeeld prins Laurent of prinses Astrid) weten welke reizen ze hebben ondernomen in de laatste jaren en wie ze daar ontmoet hebben.
Sophie Wilmès, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlands Handel, en de Federale Culturele Instellingen wil of kan niet antwoorden: “Over de buitenlandse reizen van de leden van de koninklijke familie dient inderdaad overleg te worden gepleeg tussen het koninklijk paleis en de minister van Buitenlandse Zaken. Dit overleg maakt deel uit van de quasi permanente dialoog tussen het paleis en Buitenlandse Zaken. Het is niet mogelijk om exacte cijfers te geven over het aantal van dergelijke overlegmomenten.”