Wetenschappelijke studie veroorzaakt verontwaardiging en begrip bij hoogbejaarden.
Uit een wetenschappelijke studie concluderen Patrick Druwé (UZ Gent) en Koen Monsieurs (UZA) dat reanimatiepogingen bij 80-plussers zelden succesvol zijn, en dat - als ze het wel overleven - de complicaties vaak heel ernstig zijn. De Wetenschappers raden daarom - vooral in rusthuizen waar men de medische gegevens van de patiënt kent – af om bij een hartstilstand nog tot reanimatie over te gaan.
De artsen komen met harde cijfers. Volgens de statistieken zou slechts 2 procent van de hoogbejaarden een reanimatie na een hartstilstand overleven. Toch kan je je de vraag stellen of je dan toch niet voor die 2 procent moet gaan? De onderzoekers proberen hun harde stelling daarom te kaderen en raden alleen aan om te reanimeren als men weet dat het hart nog een schokbaar ritme heeft en dus in aanmerking komt voor een elektrische schok, als men weet dat de patiënt voor de hartstilstand nog in goede gezondheid is en als men de reanimatie onmiddellijk kan opstarten. In alle andere gevallen raden ze een reanimatie af om neurologische problemen achteraf te vermijden.
Toch blijft het een controversiële conclusie die door de bril van een arts misschien heel aanvaardbaar lijkt, maar voor wie ter plaatste heel snel een besluit moet nemen toch een hele moeilijke is. De onderzoekers verdedigen zich door te zeggen dat er moed voor nodig is om het uit te leggen, maar dat in de praktijk zowel de familie als de betrokkenen zeer realistisch zijn over de medische toestand en begrip opbrengen om – wanneer het zich voordoet – niet te reanimeren.
Maar ook dat is controversieel en voor interpreatatie vatbaar.
De onderzoeken vragen om een debat.