Europa is nog niet klaar voor een "nee is nee".
Na de onderhandelingen over de richtlijnen ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, lijken een aantal Europese Parlementsleden niet meteen een vreugdedansje te maken over de houding van - onder meer - Frankrijk en Duitsland. Ze fronsen de wenkbrauwen omdat Parijs en Berlijn weigeren in te stemmen met een eenduidige definitie van verkrachting gebaseerd op het ontbreken van instemming.
De Ierse Frances Fitzgerald (EVP) en de Zweedse Evin Incir (S&D) kropen samen in de pen: "Voor ons, voor de overlevers en voor iedereen die vrouwenrechten steunt, is het duidelijk dat regels die geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld moeten bestrijden niet volledig kunnen zijn zonder ook verkrachting aan te pakken.”
België staat achter het voorstel van de Europese Commissie om verkrachting altijd strafbaar te stellen als er geen instemming is - een 'niet-consensuele handeling'. Ons land heeft zijn strafrecht dien overeenkomstig al hervormd. De andere lidstaten beweren evenwel dat het hen aan een rechtsgrondslag ontbreekt. In Frankrijk bijvoorbeeld zijn nog altijd vier criteria van toepassing om uit te maken of er al dan niet sprake is van verkrachting: bedreiging, dwang, verrassing en geweld.
Volgens de parlementsleden is een uniforme definitie van verkrachting in Europa cruciaal omdat verouderde regels verkrachters effectief een 'verlaat de gevangenis zonder te betalen'-kaart zouden geven: de bewijslast wordt bij de slachtoffers gelegd of er wordt een medisch bewijs gevraagd zonder rekening te houden met de complexiteit van het misdrijf.
Nee, is nee, maar nog niet voor Europa.