Een schat die 150 miljoen euro per jaar kan opleveren.
Lithium is een metaal dat - samen met nikkel, mangaan en kobalt - onontbeerlijk is voor de productie van batterijen voor elektrische auto’s of smartphones. Lithium is het geleidend materiaal in een kathode, het belangrijkst en duurste onderdeel van een batterij. We hoeven er geen tekening bij te maken dat dat metaal in de toekomst alsmaar belangrijker zal worden.
Lithium wordt traditioneel op twee manieren ontgonnen: uit gesteenten (pure mijnbouw zoals in Australië) en uit zoutmeren, zoals in de Atacama-woestijn in Chili.
De krant ‘De Tijd’ meldt zaterdag dat het geothermiebedrijf Hita het kostbare lithium heeft ontdekt in het warm water dat het uit de Kempische ondergrond oppompt. Dat klinkt als een ezeltje dat goud...je weet wel. Batterijgrondstoffenproducent Umicore schat dat een en ander 150 miljoen euro per jaar zou kunnen opleveren.
Het is nog niet zover. Het project is nog jong. Bovendien zijn er in Vlaanderen slechts twee installaties met diepe geothermie actief n: bij Janssen Pharma in Beerse en bij Vito in Mol. Maar uit de eerste bevindingen van Hita in een haalbaarheidsstudie, ondersteund door het Vlaams Agentschap Innovatie en Ondernemen (Vlaio), blijkt dat er 100 mg lithium per liter in het water zit.
De krant De Tijd zet dat abstract getal om in een concreet voorbeeld. We citeren: “Het betekent dat een geothermiecentrale in Vlaanderen jaarlijks 500 ton lithiumhydroxide (de opgewerkte hoogzuivere stof die bruikbaar is voor batterijen, red.) kan produceren. Vermenigvuldig dat met de 30 centrales die tegen 2050 gebouwd moeten zijn, en je hebt 15.000 ton lithiumhydroxide. Met de eerste tien centrales die tegen 2030 klaar moeten zijn, is dat al 5.000 ton.’ Volgens ruwe schattingen is dat voldoende lithium voor de batterijen van 125.000 elektrische auto's per jaar.”
