Provinciebesturen behouden alle voordelige pensioenrechten die voor andere ambtenaren worden afgeschaft.
Begin januari trokken duizenden leerkrachten, brandweerlui en ambtenaren nog de straat op tegen de aangekondigde pensioenhervormingen. Dan zou je denken dat er een en ander is doorgedrongen in de hoofden van onze verkozenen. Wel, denk dan nog een keer. De gedeputeerden van de provincies mogen over hun eigen pensioen-lot beslissen en hebben voor zichzelf een elegante ontsnappingsroute uitgestippeld. Zelfregulering op z’n best, of liever: op z’n voordeligst.
Pensioen? Geen zorgen, wij regelen het wel
De gedeputeerden – de ministers van het provinciale niveau – hebben hun pensioenregeling in alle discretie herbekeken. De collega's van het Vlaams Parlement al verstrengden - met enige tegenzin en onder publieke druk - hun pensioenvoorwaarden. Doch, de provinciale bestuurders kozen voor een andere koers: ze behielden net die voordelen die voor anderen worden afgeschaft.
Minder lang werken voor meer pensioen
Het meest in het oog springende voordeel is de berekening van hun pensioenbedrag. Waar andere ambtenaren een minder gunstige regeling krijgen opgelegd, blijven de gedeputeerden vasthouden aan de meest voordelige tantième. Simpel gezegd: zij moeten minder lang werken om een volwaardig pensioen te krijgen. Leerkrachten en NMBS-personeel konden tot voor kort rekenen op een volledige uitkering na 36 jaar dienst, en laat dat nu net ook de formule zijn die de provinciebesturen voor zichzelf hebben overgenomen. In vier van de vijf provincies, althans. Enkel in West-Vlaanderen vond men het wat té doorzichtig en koos men voor een minder gunstige regeling, vergelijkbaar met de rest van de ambtenarij.
Met pensioen op 62? Geen probleem hoor
Een andere troef die de gedeputeerden zichzelf gunnen, is hun pensioenleeftijd. Ze hebben er met frisse tegenzin mee ingestemd om hun pensioenleeftijd van 55 naar 62 te verhogen, maar zelfs dan gaan ze nog altijd beduidend vroeger met pensioen dan de modale ambtenaar. Volgens de Vereniging van Vlaamse Provincies “hadden ze juridisch geen andere keuze dan 62 te kiezen.” Een dramatische opoffering, werkelijk.
En alsof dat nog niet genoeg is, behouden de gedeputeerden ook nog de perequatie. Dit systeem zorgt ervoor dat hun pensioen niet alleen wordt geïndexeerd, maar ook automatisch meestijgt met de lonen van actieve politici. Een extraatje dat voor andere ambtenaren wél sneuvelt onder de besparingsplannen.
Jef Maes, voormalig topman van het ABVV, vat het in ‘De Morgen’ droog samen: “Eigenlijk behouden de gedeputeerden voor zichzelf alle voordelen die hun partijen voor andere ambtenaren willen afschaffen.”
Dik betaald en goed gepensioneerd
Wie gedeputeerde is, hoeft geen boterhammen met choco te eten. Met een brutowedde van 9.278,36 euro per maand – hetzelfde als een Vlaams Parlementslid – inclusief forfaitaire onkostenvergoeding, hoor je niemand klagen. Gaan ze op pensioene, dan graaien ze 75 procent van dat bedrag binnen.
Vlaamse parlementsleden zagen hun pensioenvoorwaarden na felle kritiek al verstrakt: pensioenleeftijd verhoogd naar 66, perequatie afgeschaft. De gedeputeerden daarentegen knijpen een oogje dicht en houden hun voordelen in stand.
Toegegeven, ze leveren ook in: het vakantiegeld telt niet mee voor de pensioenberekening. Zo erg.
Zelfbediening voor gevorderden
De timing van deze pensioenhervorming is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Ze werd net voor de vorige legislatuur afgeklopt, onder besturen waarin CD&V en N-VA de plak zwaaiden, soms aangevuld met Open VLD of Groen.
Waarom nu pas?
Volgens Luk Lemmens (N-VA), eerste gedeputeerde van de provincie Antwerpen, kwam het voorstel van de administratie zelf. “Zij hebben een voorstel gedaan en daar hebben we ons aan gehouden.” Natuurlijk, want een voorstel om eigen voordelen in te perken had waarschijnlijk een snellere dood gestorven dan een begrotingsevenwicht in een verkiezingsjaar.
Of het niet vreemd is dat zij zichzelf de voordeligste pensioenregeling gunnen, net nu de rest van het land zich mag schrap zetten voor besparingen? “We wisten toen nog niet zeker wat Arizona zou beslissen, net zoals we dat nu nog niet weten.” Dat klinkt als Pilatus die zijn handen in onschuld wastte.
Politiek als carrière, niet als roeping
Nog een klassiek argument om de riante vergoedingen en voordelen te verdedigen: een gedeputeerde is geen job voor het leven. Ze riskeren immers na elke verkiezing hun mandaat kwijt te spelen. “Ergens is het logisch dat er een hogere vergoeding tegenover dat risico staat,” klinkt het. Zouden ze dat zelf geloven?
(Foto: Bert Van Den Broucke/Photo News)