Het oudste beroep ter wereld krijgt een statuut.
Er bestaan geen statistieken over de bezetting van de bedden in de prostitutie, maar laten we voorzichtig zeggen dat corona geen cadeau was voor de sector. Wat voorheen al illegaal was, werd het nu nog meer. In tegenstelling tot in Nederland, worden ‘de vrouwen van lichte zeden,’ niet eens vernoemd bij de coronamaatregelen. Alsof ze niet bestaan. Merkwaardig want uit eerdere geruchten blijkt dat sommigen van onze bewindvoerders van hun diensten gebruik maken.
Prostitutie wordt in ons land gedoogd, maar voor de wet is het nog altijd strafbaar. En dus kunnen ze geen aanspraak maken op enige steunmaatregel, ook al kunnen ze al maanden geen klanten ontvangen. Daar wil minister van Justitie Vincent Van Quickenborne verandering in brengen.
Volgens artikel 380 van het strafwetboek is betaalde seks niet verboden, maar is “elke derde partij” dat wel. Dat heeft tot gevolg dat je het onmogelijk als een job kan beschouwen, want de verhuurder van kamers, de boekhouder en de verzekeringsagent, plegen hierdoor strafbare feiten. Vreemd genoeg betalen de dames wel belastingen, maar krijgen ze er niets voor terug. Van Quickenborne wil nu de deur openzetten voor onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming.
Let wel dat betekent niet dat je straks een bonnetje voor je belastingen kan krijgen, nadat je gekamerd hebt. Alhoewel, waarom niet?
