“Nieuwe maatregel is een geschenk voor de banken, niet voor de kopers.”
De meesten van ons leven in een huis dat eigenlijk van de bank is, tenzij je huis volledig is afbetaald. Wie vandaag een huis wil kopen, staat voor het voldongen feit dat er meer kopers zijn dan huizen en, dat ‘overbieden’ niet langer de uitzondering, maar de regel is geworden. De overheid komt daarom met een nieuwe maatregel dat het ‘overbieden’ zou moeten tegengaan. “Zodat de woningprijzen weer betaalbaar worden”, klinkt het. Wie vanaf 2022 een lening wil afsluiten, moet verplicht de waarde van zijn nieuwe woning laten schatten.
Doch, erkende schatters zien de nieuwe maatregel niet als een geschenk voor de kopers, maar als een toegeving voor de banken. Landmeter-expert Willy De Rouck legt in ‘Het Nieuwsblad’ uit dat banken verlies lijden als het fout loopt bij de afbetaling van een woning die te duur is aangekocht. “Als een klant er niet in slaagt de lening af te betalen, moet de woning dwingend verkocht worden. Stel dat die voor 300.000 euro verkocht kan worden door de bank, omdat dat de waarde is, maar ze wel een lening verleend had van 350.000 euro, omdat de kopers toen een te hoog bod hadden uitgebracht, dan verlies je als bank 50.000 euro”, aldus De Rouck.
Het zijn dus vooral de banken die voordeel halen uit een schatting en zeker uit een schatting die te laag is, zodat ze zeker zijn dat ze hun geld terug krijgen. Bovendien trekken erkende schatter aan de alarmbel en wijzen erop dat het slechts theorie is dat banken met erkende schatters werken. “Alle banken die ik ken”, zegt De Rouck in ‘Het Nieuwsblad’ werken met schatters in onderaanneming. Soms klopt de schatting, maar vaak klopt die in de verste verte niet. Het is nattevingerwerk. Ik zie dus echt niet in hoe een verplichte schatting de koper beschermt."
Conclusie is dat experten vrezen dat banken gaan aansturen op te lage schattingen. En dat kan je bezwaarlijk een voordeel noemen, noch voor eigenaars, noch voor kopers.