Inloggen

Log in of maak je account aan.

Wachtwoord vergeten? Registreren
Registreren
Wachtwoord vergeten

Wachtwoord vergeten? Voer je gebruikersnaam of e-mailadres in. Je ontvangt een link via e-mail om een nieuw wachtwoord in te stellen.

Registreren
Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Bendedossier: tussen overvallen Delhaize Ukkel en Colruyt Halle zat nog geen week

Thierry Debels - 26-02-2023

Op vrijdag 25 februari 1983 omstreeks 19u20 overvalt de Bende van Nijvel het warenhuis van Delhaize in Ukkel. Die feiten staan hier. Nog geen week later staan deze (of andere) daders van die Bende aan het warenhuis Colruyt in Halle.

Concreet vinden die feiten plaats op donderdag 3 maart 1983 rond 19u30 aan de Edingensesteenweg 300. Een verschil met de hold-up in Ukkel: in Halle valt uiteindelijk een dode. Ander verschil: het gaat om een donderdag.

Getuige Erik: "Terwijl ik buiten winkelkarretjes in rijen plaatste, hoorde ik plots enkele knallen. Binnen in de winkel zag ik iemand met een bivakmuts over het hoofd. Hij had een geweer in de hand. Ik heb mij dan vlug verborgen in een auto van een klant en toen de overvallers in hun auto wegraasden, heb ik hun nummerplaat - een Belgische - genoteerd. Nadien ben ik vliegensvlug naar binnen gehold en heb even later de hulpdiensten verwittigd". Dit alles vertelt Erik in HLN van 5 maart. Erik was die donderdagavond getuige van een erg koelbloedige en vliegensvlug uitgevoerde overval op het warenhuis Colruyt, langsheen de Steenweg op Edingen, te Halle.

Bij de overval werd zaakvoerder Walter Verstappen (33), wonende in de Koraalstraat te Grimbergen, beschoten.

“Opmerkelijk is dat Verstappen onmiddellijk 'Het is toch niet waar, he?', uitriep toen de daders het kantoor binnenvielen", weet auteur Guy Bouten. "Was dit een uitroep omdat hij gewaarschuwd was voor een mogelijke overval na eerdere feiten of zei hij dit omdat hij wel degelijk één van de daders herkende?” Die daders waren wel moeilijk te herkennen: ze droegen donkerkleurige bivakmutsen.

Onmiddellijk wordt de zwaargewonde gerant naar het ziekenhuis van Halle overgebracht, van waar hij naar het Erasmusziekenhuis te Anderlecht werd doorgestuurd. Later wordt gesproken over het Leopoldziekenhuis te Etterbeek.

Twee dagen later, op zaterdag 5 maart 1983 is Verstappen overleden aan zijn verwonding. Zowel groepschef Frans Soens van Colruyt als personeelsdirecteur Lengeler zijn de mening toegedaan dat de overvallers getipt waren. Dat stellen ze in Het Laatste Nieuws van 5 maart 1983.

Het slachtoffer, dat een vrouw en twee kleine kinderen nalaat, wordt de woensdag daarop in Grimbergen ten grave gedragen na een dienst in de abdijkerk van Sint-Servaas.

Gangster Philippe De Staercke heeft het in zijn memoires ook over Verstappen. Volgens hem was de executie van Verstappen het motief van de misdaad, omdat hij het zwijgen moest worden opgelegd.

"A la lecture des différents procès-verbaux je suis maintenant en mesure d'affirmer que l'exécution de monsieur Verstappen est le motif du crime. Cet homme qui en dirait long sur des affaires de moeurs devait être réduit au silence." Vertaald: "Als ik de verschillende rapporten lees, kan ik nu bevestigen dat de executie van de heer Verstappen het motief van de misdaad is. Deze man die veel wist over zedenzaken moest het zwijgen worden opgelegd."

Een belangrijke getuige van die dag is Jules Knockaert. Enkele jaren geleden getuigt hij in de media (DPG Media). Zelf belandde hij een week in het ziekenhuis, terwijl zijn collega en vriend Walter Verstappen het leven liet. Hij probeerde na de overval een nieuw leven te beginnen aan de zee.

"De afgelopen jaren heb ik zo dikwijls over nieuwe pistes gehoord en gelezen, maar die draaiden nooit op veel uit", vertelt Knockaert dan.

Volgens Knockaert ging het niet om een gewone hold-up. Jules: "Wat mij vooral interesseert is wie de opdrachtgevers waren. 'De Reus' waarvan nu sprake is (Christiaan Bonkoffsky), was misschien een uitvoerder. Maar zo waren er veel. Ik kan niet aannemen dat het alleenstaande feiten waren. Wat erachter zat, is de grote vraag." Net als bijna elke andere burger heeft hij altijd het gevoel gehad dat de zaak van bovenaf afgedekt wordt. "Ik heb ook mijn twijfels over die C.B.", klinkt het dan.

“Ooit heb ik met Tony van Parys, voorzitter van de bendecommissie, gesproken. Ik zei hem dat hij weet waar ze moeten zoeken, maar dat ze niet mogen. Het enige antwoord dat ik kreeg was dat hij mij het parlement eens ging laten zien. Paul Vanden Boeynants (VDB) was tijdens die jaren de sterke man. Hij werd ontvoerd door Patrick Haemers. Zijn bril en hoorapparaat was hij verloren tijdens de ontvoering, maar toch heeft hij daar alles perfect gezien en gehoord en als hij stierf was zijn hele archief per ongeluk in vlammen opgegaan.” (nvdr: VDB heeft verteld dat hij dat archief zelf liet vernietigen, het was geen ongeluk dus)

“Haemers hebben ze gevonden in Brazilië, maar C.B. woont bij wijze van spreke naast de rijkswacht en vonden ze niet. Patrick was overigens nog zo vriendelijk voor de rest om zich op te hangen in zijn cel. Voor mij zijn het allemaal te veel toevalligheden."

Knockaert draagt die gewelddadige overval van 3 maart 1983 in Halle dan nog altijd met zich mee.

Drie mannen overvielen het filiaal, waarvan één persoon 1,85 meter groot zou zijn. "Ik was in die periode verkoopdirecteur voor de regio Brussel", vult Knockaert in de media (HLN en De Morgen) verder aan. "Ik was net naar de opening van een filiaal in Anderlecht geweest. Ik zat nog niet neer toen een grote man het kantoor binnenstormde. Ik kreeg klappen op mijn hoofd en hand met een soort biljartstok. Een andere bediende was onder het bureau gekropen. (zie onder) Walter Verstappen moest mee naar een ander kantoor om de kluis te openen, onder bedreiging van een vuurwapen."

Een BOB'er van Halle vertelt over de overval: "De Bende is beestig opgetreden in de Colruyt. Ze hadden een heel lange matrak mee, geen echte, maar een staaf van tachtig centimeter. Ze hebben wat in het rond geschoten om de klanten koest te houden, en zijn dan naar het kantoor boven de winkel gestapt."

Een reistas werd gevuld met geld, waarna de dader Verstappen door de nek (of het hoofd) schoot. (nvdr: het is onduidelijk op welke manier Verstappen effectief werd beschoten) Hij overleed later in het ziekenhuis. "Zelf lag ik een week in het ziekenhuis, met vijftien hechtingen, een hersenschudding en een gebroken hand, maar voor hetzelfde geld kon ik het niet meer navertellen".

"Slachtofferhulp bestond nog niet. Daardoor heb ik ook mijn ontslag gegeven en heb ik geprobeerd een nieuw leven te beginnen aan de zee, met vallen en opstaan. Zaken die ik vroeger belangrijk vond, waren van geen tel meer. Pas in '97 heb ik er voor het eerst echt met iemand over gesproken. Ik ben het onderzoek wel blijven volgen en ging naar de jaarlijkse bijenkomsten (van slachtoffers of nabestaanden), maar voor mij was dat verloren tijd en geld. Zolang er geen antwoorden zijn, kan ik die bladzijde niet omdraaien. Ik ben niet de man die ik vroeger was, en een tweede keer carrière maken is mij ook niet gelukt."

Jules verder in de media: "Ik ben in 1965 bij Colruyt begonnen, in de eerste vestiging aan de Universiteitslaan in Elsene. Het was een kleine firma die snel groeide. Ideaal voor iemand als ik: geen diploma, maar bereid om hard te werken. Colruyt groeide met 30 tot 40 procent per jaar. Ik ben begonnen als magazijnier, opgeklommen tot gerant, in 1969 tot directeur magazijn en transport en in 1979 werd ik adjunct-directeur verkoop voor Brussel. Ik had dertig filialen onder me, de meeste in Brussel, maar ook in Leuven, Heverlee en Sint-Truiden. De vestiging in Halle was nog altijd de grootste. Daar zat ook de directie. Walter was daar de gerant."

De Bende van Nijvel werd nog niet zo genoemd toen ze op donderdag 3 maart 1983 toesloeg in de Colruyt van Halle. Dat was pas na de raid op de Colruyt in Nijvel, waar de Bende drie mensen vermoordde.

"Ik had Walter 's middags op de hoofdzetel gezien. Ik had hem gevraagd om aan het eind van de werkdag op mij te wachten, dan zouden we nog een probleem met de bakkerij bespreken. Ik moest 's namiddags naar de opening van onze nieuwe winkel in Anderlecht, aan Veeweide. Dus ik daar naartoe. Daarna reed ik naar de Gentsesteenweg in Molenbeek, waar bouwvakkers aan het werken waren aan een nieuwe vestiging. Maar die mannen waren al weg, dus ik kon er niks doen. Ik denk nog altijd: wat als ik tien minuten langer in Anderlecht was gebleven? Wat als die bouwvakkers in Molenbeek er nog waren geweest? En wat als ik Walter niet had gevraagd om op mij te wachten? Waarom moest ik zo nodig een pintje gaan drinken?

"Walter ziet die twee mannen binnenkomen, allebei met een bivakmuts. Hij roept: 'Het is niet waar hè!' Dat zijn de laatste woorden die ik van hem heb gehoord. Ik probeer die woorden sinds die dag te interpreteren. Wat bedoelde hij? Had hij een van de daders ondanks die bivakmuts herkend? We hadden bij de Colruyt instructies voor wat we moesten doen als ze ooit kwamen. Doen wat ze vragen. Niet tegenpruttelen, de brandkoffer openmaken.”

"Wij zaten met ons drieën in dat bureau: Walter, ikzelf en een jonge gast. Die ene gangster, de mens van wie ze zeggen dat hij de reus was, riep: 'L'argent! L'argent! Par terre!' Ik wankelde, probeerde me vast te houden aan een bureautafel. Hij moet hebben gedacht dat ik naar de telefoon wilde grijpen en sloeg op mijn hand. Alle botjes in mijn rechterhand waren gebroken. Hij sloeg met een afgezaagde biljartkeu, aan het uiteinde verstevigd met metaal. Ik kreeg nog een slag op mijn hoofd en ging neer.”

Een voorbeeld van wat Danièle Zucker, de analiste die ingehuurd werd door de CWB, naar voor heeft geschoven: de bendeleider zou op een bepaald moment tijdens de overval in Halle tegen de zaakvoerder geroepen hebben "Toi, viens avec moi !" ("Jij, kom met mij mee!") voor ze zich begaven naar de ruimte waarin de kluis stond. De dader zei dus "kom met mij mee!" en niet "breng mij naar de kluis!" of zelfs niet "waar is de kluis?". Een bron: “Deze formulering doet vermoeden dat de daders wisten waar de kluis zich bevond.” De dader gaf dus een militair bevel.

Jules: "Walter namen ze mee naar het andere bureau, twintig meter verder in de gang. Daar stond de brandkoffer, die hij moest openmaken. In een reflex heeft die jonge gast met zijn benen een zware tafel tegen de deur van ons bureau geduwd. Dat was heel slim. We waren gebarricadeerd. Die twee gangsters moesten op hun terugtocht nog voorbij ons kantoor, maar ze konden niet meer bij ons binnen.”

"Ik weet nog dat ik daar lag, op de grond in dat bureau. Het enige waar ik me van bewust was, was de plas bloed rondom mijn hoofd (van de klap met die ‘matrak’) die altijd maar groter werd. Ik dacht: dit is nu toch geen moment om te sterven?”

De Bende van Nijvel stal in Halle 1.182.115 Belgische frank, ruwweg 29.550 euro. De helft in cash, de andere helft in nooit verzilverde cheques. Walter Verstappen was de vierde dode in wat een lijst van 28 zou worden.

"Walter heeft nog een dag geleefd", merkt Jules in de media op. "Nu ja, geleefd. Er was in die tijd in Halle maar één ziekenwagen. Daarmee hebben ze Walter naar het ziekenhuis gebracht. Ik kwam achterna in een wagen van de gendarmen (rijkswachters). Op de spoed waren er maar drie bedden, dus ik lag naast Walter, met een gordijn tussen ons in. Daar lag ik, met mijn gebroken vingers en een hersenschudding. Er kwam iemand, die zei: 'We gaan ons eerst met je kameraad bezighouden.' Aan wat de dokters tegen elkaar zeiden, had ik genoeg om te begrijpen dat er geen enkele hoop was voor Walter. De helft van zijn hersenen was uit zijn hoofd. Zijn vrouw en zijn kinderen mochten hem niet meer zien. Walter was een goede vriend. We waren een jaar eerder nog samen, met de twee gezinnen, op vakantie naar Frankrijk geweest.”

"Ik heb mezelf na een week uit het ziekenhuis ontslagen. Te snel, besefte ik achteraf. Ik had nog veel koppijn, ik vergat de hele tijd namen, iets waar ik daarvoor nooit last van had gehad. Ik heb daar nog lang mee rondgelopen. Op dat moment wilde ik absoluut op de begrafenis van Walter zijn.”

"Enkele maanden na de aanslag kregen we met vier mensen van de Colruyt een oproep om bij de gerechtelijke politie in Brussel achter een verduisterd raampje te gaan kijken naar een verdachte. 'U kunt hem zien, maar hij kan jullie niet zien', zeiden ze. Ja, en bij het verlaten van het gebouw kruisten we dezelfde kerel toen hij werd weggeleid. Achteraf zijn we ook zijn naam te weten gekomen: Patrick Haemers. Of hij leek op de man in Halle? Tja, we zagen enkel een bivakmuts.” (nvdr: Haemers zou toen in de gevangenis gezeten hebben waardoor hij niet aanwezig kon zijn bij die overal)

"Ik weet dat ze zeggen dat de eerste golf Bende-overvallen van 1982 en 1983 anders was dan die van 1985, dat het eerst banditisme was en daarna terrorisme. En toch: ik heb in het leger gezeten, ik herken dingen. Voor mij hadden die gasten iets militairs. Ze handelden zo snel, zo vastberaden, als een commando. Walter deed precies wat ze hem vroegen, de brandkast openen. En toch schoten ze hem dood. Wat was de logica? Er was ook iets in hun manier van lopen dat mij deed denken aan iets militairs. Maar je kon dat in die tijd niet hardop zeggen."

Michel Cocu zou de chauffeur geweest zijn in Halle; Cocu is een gewezen politie-agent uit Boussu. In 1979 had Cocu een Ruger gekocht in een wapenhandel in Bergen. Dat wapen heeft Cocu doorverkocht aan Jean-Claude Estiévenart. Het was zijn vrouw, Debruyn, die het wapen naar de politie bracht.

Cocu tegenover Guy Bouten: "In oktober 1983 hebben ze me aangehouden. Precies vanwege die revolver. Wat heb ik dat ding al verwenst. Ik bezat nochtans een wapenvergunning. Dagen, wat zeg ik, nachten hebben ze me ondervraagd. Soms dertig uur aan één stuk. Kan u zich dat voorstellen? En ze stopten niet totdat ik bekende of liever: zei wat ze me voorkauwden en graag wilden horen, namelijk dat ik betrokken was bij de Bende van Nijvel. Ik mocht niet slapen, ze bonden me vast op een stoel, soms in mijn slip, zonder eten en drinken en af en toe een trap tussen mijn benen of een papieren zak op mijn hoofd. Op het einde was ik bereid om eender wat te vertellen. Ik wilde dat ze me met rust lieten. Bezoek kreeg ik niet. Als mijn vrouw en dochter langskwamen, zeiden ze dat ik in de verhoorkamer zat. En ik had zo graag mijn dochter vastgepakt en omhelsd. Wat hield ik van haar. Maar neen het mocht niet."

Bouten vraagt ook of hij contacten had met extreem rechts: "Ik heb samen met Bouhouche in Nijvel gezeten. Die heeft me bepaalde dingen verteld. Meer wil ik niet kwijt. Ik kan alleen maar zeggen dat hij voor zijn leven vreesde." Bouten: Bouhouche is dood. Je kan gerust praten. "Neen. Hij was maar een tussenpersoon. Maar ik heb reeds te veel gezegd. Laat me nu met rust..."

Over Cocu circuleerde dus het hardnekkig gerucht dat hij als chauffeur fungeerde in Halle en Genval waar respectievelijk een Colruyt en een Delhaize werden overvallen.

Cocu heeft nog in augustus 1983 geprobeerd ons land te ontvluchten door dienst te nemen in het Vreemdelingenlegioen. Hij werd toen blijkbaar afgewezen (vanwege de fysieke testen).

Op 27 juni 1985 wordt Michel Cocu in Halle ondervraagd door François Achten. Cocu verklaart dat hij (toch) niet deelgenomen heeft aan de roofmoord op Verstappen. Cocu overleed in 2016.

De Morgen: “Het was niet zozeer de hoofdpijn of de angst die Jules een jaar na de overval deed besluiten ontslag te nemen bij Colruyt. Het was het knagende besef dat het nooit meer zou zijn zoals het was.”

Jules: "We kregen altijd veel verkeersboetes. Vrachtwagens die aan onze hoofdzetel in Halle slecht geparkeerd stonden. Klachten van buren over lawaai. Ik was met de rijkswacht overeengekomen dat ze al die processen-verbaal niet meer zouden opsturen. Ik ging elke vrijdagnamiddag naar de rijkswacht in Halle, ik kende die mensen. Ik kon gewoon binnengaan en doorlopen tot aan het bureau waar mijn pv's lagen. Er was ook een kantine, waar ik achteraf nog pintjes met die mannen dronk. Dat heeft jaren zo gefunctioneerd.”

"Na de aanslag niet meer. Ik mocht niet meer doorlopen. Alles moest opeens volgens het boekje. Ik had het eerst niet door, maar ergens moet iemand gedacht hebben dat ik iets met de aanslag te maken had. Tijdens de verhoren stelden ze mij vragen over De Zwarte Kat (stripteasebar in Halle). Walter en ik gingen daar weleens naartoe, dat klopt. Het was een van de weinige cafés in Halle die tot na middernacht openbleven. We gingen daar niet naartoe voor de mokskes (meisjes) of zo. We hadden bij Colruyt een goede pree, Walter en ik. We konden het ons veroorloven om daar iets te gaan drinken.”

Auteur Guy Bouten: "Wat ik weet is dat Verstappen soms naar bordeel De Zwarte Kat in Halle ging. Dat heb ik van uitbater Pierre Martel zelf vernomen. Daar werden toen illegale vrouwen tewerkgesteld en dan kom je plots dicht bij de 'Bende van de Miljardair'. Of dit er iets mee te maken heeft? Dat weet ik niet, dat is politiewerk."

Jules: "Ik neem nu wel aan dat het de job van de speurders was om met alle pistes rekening te houden, maar het besef dat ik opeens zelf als een verdachte werd gezien, was voor mij zonder meer een koude douche."

Zonder plan of heldere afspraak reisde Jules in 1984 naar Frankrijk, met het idee er een camping te gaan uitbaten.

"Ik dacht: schoon weer, in een korte broek rondlopen en alleen maar in de zomer echt moeten werken. Het idee sprak me aan. Nu besef ik dat het vluchten was. Je doet dingen zonder erbij na te denken. De camping ging niet door, dus nam ik een bar in Oostende over. Na twee jaar trok ik toch weer naar Frankrijk. Daarna toch weer naar Oostende. Mijn huwelijk is er mee aan kapotgegaan. Mijn vrouw moest niet werken toen ik nog bij Colruyt zat. Nu moest ze mee achter de toog staan."

"Ik ben pas in 1997 voor het eerst over die zaak beginnen te spreken, bij de tweede Bende-commissie in het Parlement. In al die jaren daarvoor was het alsof de veer kapot was. Ik had carrière gemaakt, alles ging goed, Colruyt bleef groeien. Nu denk ik soms: hoe stom ben je geweest om daar weg te gaan? Daar was geen reden voor. Had ik toen maar met een psychiater of zo gesproken. Nu is er slachtofferhulp. In die tijd bestond dat woord niet eens. Je moest het zelf invullen. Of niet invullen, zoals ik."

De daders van de ‘hold-up’ van die Colruyt in Halle werden nooit gevonden.

foto: foto politie

Bende van nijvel

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken