Het bericht verschreen discreet dit jaar in het Staatsblad: de onderneming Cobrif verdwijnt helemaal uit alle databanken.
Cobrif staat voor Compagnie belge de Réalisation et Information. In de kruispuntbank vinden we nog twee adressen: Charleroise Steenweg 78 1060 Sint-Gillis en Jetse Laan 300 1090 Jette.
De NV werd opgericht op 16 maart 1977 met 200.000 BEF (zowat 5.000 euro). Die NV Cobrif (of verkeerdelijk Cobrief) duikt ook zijdelings op in het Bendeverhaal.
Het Algemeen Dagblad op 19 februari 1990: “De Belgische senator Willy Kuijpers vermoedt dat de rijkswacht in Brussel zeven jaar geleden de Nederlandse zakenman John Muller heeft vermoord. Kuypers (Volksunie) baseert die veronderstelling op verklaringen van drie tipgevers c.q. getuigen en op kopieën van documenten van de gerechtelijke politie in Brussel.”
“In deze nieuwe geruchtmakende zaak staat weer de naam centraal van de ex-rijkswachter Madani Bouhouche, die de laatste jaren in alle mogelijke louche zaken in België is opgedoken, zoals bij de moordpartijen van de beruchte Bende van Nijvel en in andere spectaculaire moordzaken waarbij meestal wapenhandelaren het slachtoffer waren. Bouhouche en zijn helper en collega-rijkswachter Robert Beijer worden ook genoemd in diverse schandalen waarin de naam van ex-premier Vanden Boeynants (VDB) opduikt.”
“VDB wordt woensdag in België ondervraagd door de parlementaire onderzoekscommissie betreffende banditisme en terrorisme en over verhalen over een complot tot staatsgreep in België in 1981, waarbij hij en andere hooggeplaatsten betrokken zouden zijn.”
“Senator Kuijpers heeft aan minister Wathelet (Justitie) opheldering gevraagd over die zaak-Muller. Met name wil hij uitgezocht zien of Bouhouche destijds aan het stuur van de rijkswachtauto zat, die met hoge snelheid en blauw zwaailicht op de Brusselse Louiselaan (td: Louizalaan) Muller doodreed terwijl hij op de stoep stond te wachten. Een getuige heeft deze toedracht bevestigd.”
“Volgens de tipgevers van Kuijpers kenden Bouhouche en Muller elkaar. Muller had belangen in de NV Cobrief (td: Cobrif) en deed aan in- en export. Volgens documenten van de Brusselse politie speelde de Nederlander een rol in de miljardenoplichting rond de Waalse raffinaderij van Feluy (zie verder) en zou hij teveel hebben afgeweten van een reusachtige wapenroof bij de Groep Diane, het spéciaal interventie-eskadron van de Belgische rijkswacht.”
Kuijpers beweert over drie bronnen te beschikken. Een getuige werkt bij de rijkswacht. John Muller wordt ook omschreven als Jack Muller. Hij zou overleden zijn in 1982. De diefstal bij Diane vond plaats in de nacht van 31 december 1981 en 1 januari 1982.
Volgens een andere bron zou de gebruikte wagen van Bouhouche een anoniem voertuig van de rijkswacht geweest zijn. Enkel de nummerplaat verwees naar de rijkswacht. Bouhouche was toen nog actief bij de rijkswacht.
Muller zou betrokken geweest zijn bij de diefstal of zou wapens van de Diane-roof aangeboden gekregen hebben.
Volgens een bron zou Muller ook bevriend geweest zijn met de zoon van een belangrijk Brugs personage. Die zoon is niemand minder dan de pooier die bij Sabena werkte en die na de diefstal/liquidatie van de Bende in Nijvel doodleuk met een imitatie-rijkswachtvoertuig rondreed in de buurt.
Een Nederlandse journalist ontdekte later dat Muller aan kanker overleden was en niet werd vermoord in Brussel. Een bron: “Iemand (en/of de GPP van Brussel) heeft dus - vermoedelijk in 1988 al - een verhaaltje verzonnen om Bouhouche verdacht te maken.” Het is niet zeker dat het om dezelfde Muller gaat. De dossiers van Kuijpers waren doorgaans goed onderbouwd.
Willy Kuijpers (Leuven, 1 januari 1937 – aldaar, 17 november 2020) was een Belgisch Vlaams-nationalistisch politicus uit de provincie Vlaams-Brabant. Hij was burgemeester van Herent en jarenlang lid van de Volksunie.
Het meer dan ingewikkelde Feluy-dossier staat bol van uitgifte van valse cheques, fictieve bankgaranties, tussenkomsten van bedenkelijke zakenmensen en zelfs politici. Bovendien waren er verscheidene locaties waar de oplichterijen werden gepleegd, cafés in Brussel en Aken, banken gevestigd in Genève en Luxemburg, zakenpanden in Duitsland, Noorwegen, Londen en de Verenigde Staten. Ten slotte waren er de tientallen ontmoetingen tussen de betrokken zakenmensen die toen de affaire begin 84 aan het licht kwam, eenparig stelden mekaar nooit eerder te hebben ontmoet.
Centraal staat de uitgifte van tien cheques van telkens 10 miljoen dollar ten nadele van de Generale Maatschappij. Zeven van deze cheques werden bedrieglijk ter verzilvering aangeboden, maar de meeste werden nooit door de banken uitbetaald.
Als eerste liep in april 84 Claude Grunberg tegen de lamp toen hij - in opdracht van Van Vreckom, zo wordt gezegd - een valse cheque aanbood bij de Kredietbank in Genève. Eliane Van Vreckom, de vriendin van gewezen PS-minister Guy Mathot, werd korte tijd later gearresteerd en hetzelfde lot onderging Ernst Polley, de Oostenrijker die zich uitgaf als kandidaat-overnemer en die poogde drie andere cheques te verzilveren bij de Banque Internationale de Luxembourg. In augustus van dat jaar volgde de arrestatie van graaf Patrice de Meeus die drie cheques zou hebben aangeboden bij de Barclays Bank in Oslo.
Beklaagde Jean-Pierre Hesbeen, die vijftien jaar lang in dienst was van de Generale Maatschappij en ook het bestaan van een sektie "geheime en anonieme rekeningen bij de Generale Maatschappij aan het licht bracht - na ontslag wegens ernstige fout ofte het verduisteren van 17 miljoen frank - hield vol dat hij niet aan de basis lag van de uitgifte van de valse cheques. Graaf de Meeus ten slotte bleef erbij dat hij de zaak had aangegrepen "om aan de werkloosheid te kunnen ontsnappen, en dat men hem vermoedelijk had gerold.”
Tijdens een zoeking bij de G-Bank werden die geheime en anonieme rekeningen effectief ontdekt. We hebben hier al meermaals over geschreven.