In de zomer van 1993 sterft Boudewijn. Noël Vaessen, voormalig adviseur van Albert bij Laurent, suggereert dat een felle ruzie met Laurent aan de basis van het overlijden zou kunnen liggen.
Vaessen: ‘De allerlaatste ontmoeting tussen Boudewijn en Laurent dateert van een paar dagen voor de dood van de koning. De twee hadden zo erg geruzied dat Laurent er zich achteraf schuldig over voelde en dacht dat hij misschien te hard was geweest.’
Die ruzie vond allicht in ons land plaats. Boudewijn vertrok in elk geval na de nationale feestdag van 21 juli zoals elk jaar naar Motril (Spanje). Daar overleed hij dan eind juli.
Ook voormalig privé-leraar Rudy Bogaerts geeft een hint in die richting. De werktitel van zijn (nog steeds ongepubliceerd) werk over de jaren met Laurent luidt immers: “Qui a tué le roi Baudouin?”
Is daar ook bewijs voor? Politicus Pierre Harmel, een intimus van Boudewijn, weet dat de gezondheidstoestand van de koning na zijn mislukte operatie in Parijs te wensen over laat. ‘Na deze operatie leed de koning fysiek erg’, vertelt Harmel. ‘Hij was uitgeput.’
Harmel herinnert zich het laatste telefoongesprek met Boudewijn, op 19 juli 1993. ‘Hij kondigde me niet expliciet aan dat hij ging sterven, maar ik zag het gesprek wel als een afscheid. Hij voelde dat het niet meer ging.’ Ook kardinaal Suenens wist dat Boudewijn de dood voelde naderen.
Boudewijn wist dus dat hij binnenkort zou sterven. Net voor hij overlijdt, eind juli 1993, schrijft hij in zijn dagboek dat hij snel verenigd zal zijn met zijn moeder Astrid.
Vlak voor het vertrek naar Motril deelt de vorst bovendien afscheidsgeschenken uit aan sommige van zijn trouwe medewerkers in Brussel. ‘De avond voor zijn vertrek voor zijn laatste vakantie in Spanje was hij gewoontegetrouw afscheid komen nemen van Granny (Veronica O’Brien),’ herinnert Suenens zich. ‘Wij zeiden hem: ‘Tot ziens en behouden terugkeer.’ Hij antwoordde met een glimlach om zijn vermoeidheid te verbergen: ‘Je weet maar nooit’.
foto Jaronax wikipedia