Duur, duurder, onbetaalbaar.
Het OCMW gaat het straks druk hebben, als de energiefactuur voor velen onbetaalbaar wordt. De politieke druk om er wat aan te doen is groot, maar eensgezindheid is er niet.
“Ik krijg niet uitgelegd dat wij in België 21 procent btw betalen voor elektriciteit, evenveel als voor kaviaar en champagne”, declameerde PVDA-Kamerlid Raoul Hedebouw. Gaat De Croo de BTW verlagen van 21 procent naar 6 procent? De regering-Di Rupo verlaagde in 2013 het tarief naar 6 procent, maar Michel I verhoogde dat later weer naar 21 procent.
Vlaams Belang, Vooruit en PVDA zijn voor. Nja, daarmee redden we het niet. Waarom willen de anderen dan niet? Het zou meer dan een miljard euro kosten. Het zou mensen niet aanzetten tot minder verbruiken en veelverbruikers zouden proportioneel meer in hun zak steken. Minister voor Energie, Tinne Van der Straten (Groen) zei dat ze er niets voor voelt om mensen die hun buitenzwembad verwarmen een korting te geven.
De energiefactuur is zo ingewikkeld day je door de bomen het bos niet meer ziet. Er blijft zoveel geld aan zoveel verschillende vingers kleven dat het moeilijk is om er wijs uit te raken en beslissen wie, waar met minder kan. Feit is dat het licht aansteken in huis eigenlijk gelijk staat aan belastingen betalen.
Alle partijen zeggen dat die niet-energiekosten moeten dalen of er volledig uit moeten. Volgens experten moet er een shift komen van taksen op elektriciteit naar taksen op gas en andere fossiele brandstoffen. Nu belasten we warmtepompen of elektrische auto's veel, terwijl ze net heel duurzaam zijn.
Wat ligt er dan op de onderhandelingstafel? Winsten van de overheid afromen. Cliquet-systeem invoeren (wanneer de prijzen fors stijgen zou een systeem ervoor moeten zorgen dat er minder verrekend wordt). Of energie gaan besparen door minder te verbruiken. De dada van de groenen die digitale meters, het installeren van warmtepompen en zonnepanelen, als heilig makend promoten. Maar zijn er dan ook geen mensen die huren in plaats van kopen?
Het is nog lange moeilijke weg, maar de tijd dringt.
